Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen toog de koning Achaz Tiglath-pilezer, den koning van Assyrie, [13]tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende [14]een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz aan den priester Uria de gelijkenis van het altaar, en zijn afbeelding, naar zijn ganse maaksel. 13. Te weten, om hem te danken voor de bewezen hulp, geluk te wensen over zijn verkregen victorie en te verzoeken voor het toekomende zijn goede toegenegenheid, en namelijk zijn bijstand tegen de Filistijnen, om weder te veroveren wat zij hem afgenomen hadden. Zie 2 Kron.28:18. 14. Op hetwelk de Syriers in Damaskus hunnen afgoden offeranden offerden.